• facebook
  • linkedin
  • linkedin

Vereenvoudig de schuldhulpverlening met één Schuldenwet

Vereenvoudig de schuldhulpverlening met één Schuldenwet

Auteur: Martijn Schut

In januari 2023 stemde de Tweede Kamer voor een wetsvoorstel om de doorlooptijd van de schuldhulpverlening te halveren van drie naar anderhalf jaar. Dat betekent dat je straks na achttien maanden aflossen schuldenvrij bent. De Eerste Kamer vond het blijkbaar niet nodig de uitvoerbaarheid uitgebreid te toetsen, want een week later stemde ook de Eerste Kamer in.

De Eerste Kamer had op zijn minst kunnen vragen: hoe gaan jullie in vredesnaam dit ingewikkelde proces in achttien maanden proppen? De wetswijziging vergroot de urgentie om de schuldhulp te vereenvoudigen met één Schuldenwet en één loket waarbij één partij de schuldenaar aan de hand neemt van aanmelding tot schuldenvrij.

Schuldenstress

In Nederland heeft ruim een half miljoen huishoudens een problematische schuld. Dat is een schuld die je niet binnen drie jaar kan terugbetalen (straks dus anderhalf jaar). Behalve misschien de incassobranche en commerciële hulpverleners is niemand gebaat bij schulden. Het geeft stress, lage productiviteit, hoge maatschappelijke kosten en het drukt de omzet van ondernemers.

Schoolvoorbeeld van onnodige complexiteit in de publieke dienstverlening

De schuldhulpverlening kenmerkt zich door versnipperde wet- en regelgeving en uitvoering. Er zijn onnodig veel partijen bij betrokken, en voor de overdracht tussen die partijen hebben we ingewikkelde en tijdrovende procedures bedacht. Er is sinds 1998 een Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp) waarin de rechter een sanering oplegt als het de gemeente niet lukt om een minnelijke schuldregeling te treffen. Die gemeentelijke verantwoordelijkheid is sinds 2012 vastgelegd in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Daarnaast kun je met problematische schulden sinds 2014 ook nog terecht bij een bewindvoerder (Burgerlijk Wetboek). Het ‘schuldenbewind’ is een specifieke vorm van beschermingsbewind en wordt uitgesproken door de rechter en meestal uitgevoerd door commerciële partijen. De bewindvoerder beheert je geldzaken, maar treft geen schuldregeling.

De Ombudsman noemt de schuldhulp ‘een hindernisbaan zonder finish’. Schuldenaren ervaren een enorme drempel om zich aan te melden en voor de rechter te staan. Ook tijdens het traject is er veel uitval. Daardoor is een schuldenvrije toekomst jaarlijks voor slechts pak ‘m beet 25.000 huishoudens binnen handbereik. Ook schuldeisers klagen. Die moeten lang wachten en krijgen uiteindelijk maar een fractie van hun vordering terug.

De oplossing voor problematische schulden hebben we al

Al decennialang is dit hoe we problematische schulden oplossen: we berekenen hoeveel iemand in drie jaar kan aflossen, rekening houdend met een vrij te laten bedrag om van te leven. De rest wordt kwijtgescholden door schuldeisers. Daarnaast wordt bekeken of iemand ‘te goeder trouw’ is en of iemand zich voldoende inspant om maximaal af te lossen. Heel duidelijk en overzichtelijk, toch? Alleen het traject ernaar toe hebben we verschrikkelijk ingewikkeld gemaakt. Verschillende deskundigen hebben daarom samen met schuldeisers en ervaringsdeskundigen een alternatieve Schuldenwet geschreven.

Eén Schuldenwet

De Schuldenwet voegt wet- en regelgeving samen zonder deze inhoudelijk wezenlijk te wijzigen. De Schuldenwet belegt de uitvoering bij gemeenten, maar tolereert geen verschillen tussen gemeenten. Er is één loket en één regisseur die de schuldenaar begeleidt van aanmelding tot schone lei. De gemeente bepaalt welke hulp iemand krijgt, bijvoorbeeld inkomensbeheer, hulp bij gedragsverandering of beschermingsbewind. Je kunt met problematische schulden straks niet meer rechtstreeks naar schuldenbewind. Je moet eerst langs het loket van de gemeente om te kijken of schuldenbewind wel echt nodig is. Het beschermingsbewind is voor veel mensen een onnodig zware maatregel, maar commerciële bewindvoerders zien deze klanten natuurlijk graag komen. Je hoeft hiervoor alleen de in 2014 ingevoerde ‘verkwisting’ als grond voor beschermingsbewind uit het Burgerlijk Wetboek te schrappen. Bewindvoerders kunnen zich dan weer richten op de doelgroep waar beschermingsbewind oorspronkelijk voor bedoeld is: mensen die wegens lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of permanent de eigen financiële zaken niet kunnen behartigen.

Een ander belangrijk onderdeel van de Schuldenwet is dat de gemeente een schuldregeling mag opleggen. Dit geeft gemeenten doorzettingsmacht en maakt ze minder afhankelijk van reactietermijnen en de bereidwilligheid van schuldeisers. De gemeente legt de schuldregeling op conform de criteria in de Schuldenwet en heeft daarbij geen beleidsvrijheid. Deze criteria zijn niet nieuw. Ze worden al decennialang gehanteerd door gemeenten en rechters. Schuldenaren of schuldeisers die menen dat de gemeente de Schuldenwet niet goed toepast, doen na een bezwaarprocedure een beroep op de rechtbank. Na de uitspraak vervolgt het (bijgestelde) gemeentelijke traject. Er is in de Schuldenwet dus niet meer een overdracht naar een apart wettelijk traject met een nieuwe contactpersoon en Wsnp-bewind. Na 25 jaar Wsnp-jurisprudentie is dit de plek die de rechter zou moeten hebben in het proces. Sommige beleidsmakers onderschatten wat het voor mensen betekent om voor de rechter te moeten verschijnen. Daar kom je normaal gesproken alleen als je iets strafbaars hebt gedaan. Dat je schulden hebt, maakt je nog niet ‘schuldig’.

Schuldenwet in de Tweede Kamer

D’66 diende recent een voorstel in met dezelfde strekking als de Schuldenwet. Het kabinet gaat daar op verzoek van meerdere fracties binnenkort nog uitgebreider op reageren. De eerste reactie van Minister Schouten was overwegend positief.

Geen stelselwijziging

De schuldenwet- en regelgeving is de afgelopen decennia scheefgegroeid. Iedereen ziet dat het anders moet. Simpeler. Maar gemeenten, bewindvoerders en rechtbanken kunnen bij het uittekenen van de ideale schuldhulp maar heel beperkt hun eigen belangen opzij zetten, en die van schuldenaren en schuldeisers voorop. Er wordt voor eigen parochie gepreekt en er worden laffe compromissen en nieuwe regeltjes bedacht. We plakken pleisters waar we al lang hadden moeten opereren. De Schuldenwet is een operatie. Maar geen stelselwijziging. Het is vooral een papieren wijziging en de gevolgen ervan zijn heel voorspelbaar en beheersbaar. Wetten worden in elkaar geschoven en overbodige regels worden afgeschaft. Er zijn geen partijen die wezenlijk nieuwe taken krijgen. De oplossing van het probleem blijft hetzelfde, alleen de weg ernaartoe wordt rechtgetrokken.

Een eenvoudiger en voorspelbaarder traject is voor schuldenaren en schuldeisers misschien nog wel belangrijker dan de verkorting van het traject.

Volg de ontwikkelingen rond de Schuldenwet op martijnschut.blog en luister de podcast in de Rudi & Freddie Show.



Advies, detachering en bemiddeling

Opdrachtgevers



Bekijk ze allemaal >

Vinden wij jouw ideale match?

Reageer nu!

Waar vind je ons?