Opvang in Nederland: Mijn ervaring als beleidsmedewerker
Mijn naam is Sanne Lubbers en ik werk al geruime tijd als projectleider en beleidsmedewerker in het werkveld van Asiel en Inburgering. Binnen mijn functie hou ik mij bezig met de huisvesting en maatschappelijke begeleiding van drie doelgroepen: asielzoekers, statushouders en Oekraïense vluchtelingen. Het is een complex werkveld, waarin ik dagelijks te maken heb met politieke, sociale en financiële uitdagingen.
Wat mij opvalt, is dat elke gemeente anders omgaat met opvang. Dit heeft veel te maken met de politieke kleur van het gemeentebestuur. Gemeenten met een progressieve of sociaal georiënteerde achtergrond zijn vaak meer bereid om de stap te nemen, terwijl andere gemeenten gereserveerder zijn. Deze politieke diversiteit heeft directe invloed op het draagvlak binnen de gemeenschap, wat mijn werk uitdagend maakt.
De Spreidingswet en gedeelde verantwoordelijkheid
Begin 2024 werd de Spreidingswet ingevoerd, een veelbelovende maatregel die als doel heeft om de druk op overvolle opvangcentra, zoals Ter Apel, te verlichten. De wet verdeelt de verantwoordelijkheid voor opvang over alle regio’s in Nederland. Het is een goed instrument dat zorgt voor eerlijkere taakverdelingen tussen gemeenten.
Toch is er een groot spanningsveld ontstaan. Sinds de komst van een nieuwe regering is er minder enthousiasme voor de Spreidingswet op nationaal niveau, terwijl gemeenten deze wet juist omarmen als een praktische oplossing. Het verschil in visie tussen landelijke politiek en lokale bestuurders maakt het lastig om op één lijn te komen en concrete stappen te zetten.
Verschillende reacties op opvangvormen
In mijn werk zie ik hoe verschillend er door gemeenten wordt gereageerd op de drie doelgroepen die ik begeleid. Voor Oekraïners, die vaak worden gezien als tijdelijke vluchtelingen, is het draagvlak over het algemeen groot. Statushouders, die permanente huisvesting nodig hebben, stuiten vaker op weerstand, mede door de schaarste aan woningen. En voor asielzoekers, die nog in afwachting zijn van een besluit over hun verblijfsstatus, is de verdeeldheid het grootst.
Deze verschillen vragen om maatwerk per gemeente. Sommige gemeenten nemen een voortrekkersrol en zoeken actief naar oplossingen, terwijl anderen vooral afwachtend zijn. Dit is niet vreemd, want veel gemeenten hebben gewacht op de reactie van de overheid op de ingediende Spreidingswet plannen per 1 november 2024. Er is door de politiek inmiddels een uitspraak en deze plannen worden te zijner tijd openbaar. Juli 2025 moeten deze plannen geïmplementeerd zijn.
De menselijke kant van mijn werk
Naast de politieke en financiële aspecten probeer ik altijd oog te houden voor de mensen om wie het draait. Voor hen is het wachten op opvang of huisvesting een zware en onzekere periode. Ik geloof dat empathie en begrip cruciaal zijn in mijn werk. Lokale initiatieven, zoals kleinschalige opvang of buddyprojecten, kunnen het verschil maken, zowel voor de doelgroep als voor het draagvlak in de samenleving.
Samen naar een duurzame oplossing
De opvangproblematiek is een gedeelde verantwoordelijkheid. Gemeenten, provincies en de landelijke overheid moeten samenwerken om tot duurzame oplossingen te komen. Het vraagt om heldere keuzes en daadkracht vanuit Den Haag, zodat gemeenten niet langer in onzekerheid blijven zitten.
Ondanks de uitdagingen blijf ik me met hart en ziel inzetten voor dit werk. Het is geen eenvoudige taak, maar ik geloof dat we met goede samenwerking en begrip voor elkaar een eerlijk en gastvrij opvangsysteem kunnen realiseren, waarin zowel vluchtelingen als gemeenschappen zich kunnen vinden en samenleven.